Wilde bijen in beeld: Dorpen in Rhön zetten in op meer biodiversiteit!

Transparenz: Redaktionell erstellt und geprüft.
Veröffentlicht am

Fabienne Maihoff bestudeert wilde bijenpopulaties in Schönau om hun biodiversiteit en leefgebieden te bevorderen.

Fabienne Maihoff untersucht in Schönau die Wildbienenpopulationen, um ihre Artenvielfalt und Lebensräume zu fördern.
Fabienne Maihoff bestudeert wilde bijenpopulaties in Schönau om hun biodiversiteit en leefgebieden te bevorderen.

Wilde bijen in beeld: Dorpen in Rhön zetten in op meer biodiversiteit!

In de pittoreske dorpjes van de Rhön, vooral in Schönau an der Brend in het district Rhön-Grabfeld, bestudeert bioloog Fabienne Maihoff de leefgebieden van wilde bijen. Dit onderzoek maakt deel uit van het project ‘Humming Villages’ aan de Universiteit van Würzburg, dat tot doel heeft het aantal en de soortendiversiteit van wilde bijen in plattelandsgebieden te vergroten. Maihoff heeft speciaal een gebied met kleurrijke bloemen gecreëerd dat voldoet aan de behoeften van wilde bijen. In haar onderzoeken heeft ze al de bruinschubzandbij gevangen, een soort die in Beieren als zeer bedreigd is geclassificeerd. Er zijn momenteel 521 wilde bijensoorten in heel Beieren, waarvan er 264 als bedreigd worden beschouwd, wat de urgentie van dit onderzoekswerk onderstreept.

Wilde bijen spelen een cruciale rol bij de bestuiving van fruit, groenten en andere wilde planten. Het zijn meestal solitaire wezens en zorgen zelfstandig voor hun nakomelingen door stuifmeel te verzamelen als voedsel voor de larven en hun nesten te bouwen. Ruim 400 soorten van deze bijen zijn gespecialiseerd in het bouwen van hun eigen nesten, terwijl 135 soorten parasitair leven op andere wilde bijensoorten. Niettemin nestelt ongeveer 75 procent van de wilde bijen in de grond, terwijl de rest gebruik maakt van plantenstengels of keverholen in hout, zoals het WWF meldt.

Effectieve maatregelen voor wilde bijen

Als onderdeel van het onderzoeksproject namen 40 dorpen in de regio van de Rhön tot het district Würzburg deel. Ongeveer de helft van deze gemeenschappen implementeert nu wilde bijenvriendelijke maatregelen, aanbevolen door de Universiteit van Würzburg. Deze maatregelen omvatten onder meer het aanleggen van meerjarige gebieden en het planten van bomen en hagen die de verscheidenheid aan bloemen vergroten. “Dorps creëren ook neststructuren voor wilde bijen, aangezien ongeveer 75% van de bijen in de grond nestelt”, legt Maihoff uit. Deze broedgebieden bestaan ​​uit nestheuvels, klifranden en kleikliffen en zijn tegelijkertijd nuttig voor andere bestuivende insecten.

De maatregelen zijn niet alleen van belang voor het behoud van de wilde bijen, maar hebben ook een positief effect op de gehele biodiversiteit in de regio. “In Duitsland wordt slechts 37 procent van de ruim 560 wilde bijensoorten als veilig beschouwd”, benadrukt wwf.de. Deze onderzoeken laten zien hoe kritiek de situatie voor veel soorten is en hoe noodzakelijk het is om bewustzijn te creëren voor de bescherming van deze waardevolle insecten.

Bijzonder interessant zijn de verschillende nestgewoonten van wilde bijen. De roestige metselaarbij nestelt bijvoorbeeld in de buurt van menselijke woningen en maakt gebruik van holtes in dood hout en andere constructies. Deze bij, uitgeroepen tot Insect van het Jaar 2019, vindt zijn nestplaats vaak op zeer onverwachte plekken, zoals deursloten of zelfs houten planken. Door stuifmeel te verzamelen van 15 verschillende plantenfamilies, wordt aangetoond hoe goed wilde bijen zich kunnen aanpassen aan menselijke habitats, maar dit neemt niet weg dat er een voortdurende dreiging is waarmee ze worden geconfronteerd als gevolg van habitatverlies en veranderingen in de landbouw.

Het initiatief in de dorpen laat zien hoe belangrijk collectieve inspanning en doordachte maatregelen zijn om de landschappen voor wilde bijen te verrijken en bestuiverspopulaties te versterken. Het onderzoek van Maihoff en haar collega's zal niet alleen bijdragen aan een beter begrip van de ecologische behoeften van wilde bijen, maar zal ook de weg wijzen voor toekomstige maatregelen om hun leefgebieden te beschermen.